Op eerste Paasdag verzamelden ruim 150 mensen zich op de Brink voor de tweede Baarnse Paasjubel. Ongeveer 60 mensen zongen mee in het gelegenheidskoor onder leiding van Anke te Lintelo. De zang werd begeleid door blazers van Harmonie Crescendo.
Bekende en minder bekende Paasliederen werden door het koor, deels in samenzang met het publiek, gezongen. Daaronder een bewerking van het Hallelujah van Händel, U zij de Glorie en Laudate Omnis Gentes.
De voorzitter van de Raad van Kerken – Baarn, ds. René van den Beld, hield een korte toespaak. Hij zei onder meer: “Met Pasen komen we ergens vandaan. Als ik aan Goede Vrijdag denk, denk ik aan boze menselijke gevoelens die in de lucht hangen. Gevoelens die ook tot de kruisiging van de Mensenzoon op Goede Vrijdag hebben geleid.” Deze gevoelens werden gesymboliseerd door elf donkere duiven, de “boze V’s”: vernedering, verguizing, verdachtmaking, verlating, verraad, verloochening, verminking, verachting, vervreemding, vrees en verduistering.
“Wat een voorrecht om hier in alle rust op Paasmorgen op dit plein te mogen staan en in (politieke) vrijheid te zingen!” Eén witte Paasduif werd daarna losgelaten: “de witte vogel van de verlossing, de verrijzenis en de vergeving. Daar nu is het feest van Pasen. Halleluja. De Heer is waarlijk opgestaan.” Bij het zingen van U zij de Glorie werden nog enkele witte duiven losgelaten.